Het ontwikkelen van een goede enquête is nog een hele kunst. Hieronder vind je een aantal tips voor het maken en afnemen van een enquête. Met deze tips hoop ik dat je een aantal veelvoorkomende valkuilen weet te vermijden.
1 Iedere enquête begint met een inleiding
Je kunt niet plompverloren beginnen met het stellen van vragen. Er moet een inleiding zijn. Die inleiding kun je ook in een eerdere mail of brief geven waarin je mensen probeert over te halen de vragenlijst in te vullen. Desalniettemin moet elke vragenlijst beginnen met een welkom. In dat welkomstwoord zeg je dat je het op prijs stelt dat de respondent de moeite heeft genomen de vragenlijst te openen. Eventueel geef je een toelichting op het onderwerp, wat er zoal aan bod zal komen, hoelang het invullen waarschijnlijk gaat duren en waarom het belangrijk is dat de respondent de vragenlijst helemaal invult. Nu denk je misschien dat je een heel lange inleiding moet schrijven, maar als het in drie zinnen kan, is dat meer dan voldoende. Je krijgt dan zoiets als:
Leuk dat je meedoet aan ons onderzoek. Met de antwoorden die je geeft kunnen we nagaan of het onderwijs op onze school aansluit bij jouw verwachtingen. Het invullen kost je misschien 10 minuten. Alvast heel erg bedankt.
2 Hou duidelijk voor ogen waarvoor je de vragenlijst gebruikt
Een enquête gebruik je om de mening en de ervaringen van mensen te achterhalen. Je kunt wel elke gedachte en ervaring proberen te achterhalen, maar als die niet relevant is voor je onderzoek vraag je nutteloze informatie op. Dat heeft twee nadelige consequenties:
- De vragenlijst wordt onnodig lang, misschien wel te lang waardoor respondenten stoppen met het beantwoorden van de vragen.
- Het afnemen van een lange vragenlijst kost meer tijd, geld en moeite om alle vragen te verwerken.
Neem dus geen vragen op die geen bijdrage leveren aan de oplossing van het probleem.
3 Maak de vragenlijst niet te lang
Mensen willen je heus wel helpen als je ze dat vraagt, maar het (gratis) helpen moet wel binnen de perken blijven. Vrijwel iedereen heeft een hekel aan een vragenlijst die langer dan 5 à 10 minuten duurt. Mocht je echt veel meer willen weten, overweeg dan om er twee kortere vragenlijst van te maken of pas je vragenlijst zodanig aan dat hij wel binnen 10 minuten is in te vullen.
4 Zet de belangrijkste vragen vooraan
Als het dan toch een vrij lange vragenlijst wordt, zet dan de belangrijkste vragen vooraan. Als ze er dan onverhoopt toch mee stoppen, heb je in ieder geval de antwoorden op de belangrijkste vragen.
5 Bedenk ook alvast hoe je de antwoorden wilt gaan analyseren
Van de antwoorden op de vragen kun je frequentieverdelingen maken. Dat is de meest eenvoudige analyse, maar op basis van een frequentieverdeling (in de vorm van percentages of in de vorm van een staaf- of een cirkeldiagram) kun je meestal geen goede beslissingen nemen voor het te voeren beleid.
De analyses gaan al een stap verder als je de betrouwbaarheidsintervallen kunt berekenen (en dat kan wel op basis van frequenties), maar interessant wordt het pas als je de data kunt uitsplitsen over meerdere vragen. Je kunt dan kruistabellen, t-toetsen, variantieanalyses, regressieanalyses en nog heel veel andere toetsen uitvoeren. Welke toets je mag uitvoeren is afhankelijk van hoe je de gegevens hebt gemeten (hoe je de vraag in je vragenlijst hebt gesteld). Wil je later niet voor verassingen komen te staan, denk dan ook alvast na over de analyses die je met deze vragen wilt gaan uitvoeren.
6 Plaats de vragen in een logische volgorde
Ik heb ooit eens een vragenlijst over schoenveters en schoenpoets telefonisch afgenomen waarbij alle vragen in een willekeurige volgorde leken te zijn gesteld. Dat leverde problemen op. Ten eerste is dit nou niet bepaald een onderwerp waar veel mensen aan mee wilden werken, dus viel het werven van respondenten nogal tegen. Ten tweede leken sommige vragen steeds maar weer terug te komen. Iedere vraag was weliswaar net iets anders, maar zowel voor mij als enquêteur als voor de respondent was het erg onplezierig om deze vragenlijst te af te nemen.
Het beste is om de vragen in een logische volgorde te zette. Heb je veel vragen die bij elkaar horen, zet die dan bij elkaar met een titel erboven. Onder de titel kun je eventueel nog een stukje schrijven over wat er in dit blokje bevraagd wordt en eventueel kun je termen toelichten zodat iedereen goed weet waar het over gaat.
7 Matrixvragen zijn sneller in te vullen dan gewone vragen
Gemiddeld genomen kunnen mensen 4 à 5 vragen per minuut beantwoorden (onder de voorwaarde dat ze niet te veel moeten nadenken). Matrixvragen zijn veel sneller te beantwoorden, gemiddeld genomen ongeveer 8 à 10. In dezelfde tijd zijn dus meer vagen te stellen.
8 Laat je vragenlijst beoordelen door collega’s
Als je een vragenlijst maakt, ben je heel vaak gespitst op de kern van je onderwerp. Daardoor vergeet je vaak dat er ook andere aspecten zijn die van belang zouden kunnen zijn om het geheel goed in kaart te brengen. Collega’s en belanghebbenden zouden je daar op kunnen wijzen. Daardoor wordt je vragenlijst beter.
9 Doe een proefafname
Als de vragenlijst helemaal klaar is, doe dan eerst een proefafname bij een of enkele beoogde respondenten of collega’s die zich in kunnen leven in de doelgroep. Daardoor haal je nog kleine fouten eruit. Dat kunnen verkeerde doorverwijzingen zijn naar andere vragen, of antwoorden die niet in het lijstje staan.
10 Eindig je vragenlijst met een open vraag
Iedere vragenlijst heeft aan het einde een open vraag waarin de respondent zijn op- en aanmerkingen over de vragenlijst en het onderzoek kan schrijven. Er zal meestal niet erg veel in worden geschreven, maar je moet de respondent altijd ruimte geven om zijn opmerkingen ergens te noteren.
En sluit de enquête natuurlijk af met een bedankje
Als de respondent aan het eind van de vragenlijst is gekomen, bedank hem dan voor de gedane inspanning. Bij voorkeur zet je ook nog even je eigen naam eronder of op zijn minst de naam van het instituut die het onderzoek uitvoert of zelfs de naam van de opdrachtgever voor wie het onderzoek is uitgevoerd.
Veel succes met je onderzoek!
Wil je meer weten, lees het boekje De Enquête, van Foeke van der Zee.