Beeldbegeleiding is een effectieve vorm van coaching van leraren en leerlingen. Door je bewust te worden van wie je bent als leraar en wat voor effect je gedrag heeft op leerlingen, kun je je verder ontwikkelen. De aanpak ‘krachtgericht coachen’ biedt begeleiders handvatten om hun coaching te verdiepen. Dit artikel toont in grote lijnen hoe deze aanpak vertaald kan worden naar de praktijk van de beeldbegeleiding.
Tekst: Marijke Bouwhuis en Astrid Pragt
De belangrijkste taak van de beeldbegeleider is het ondersteunen van de leraar (Beeldbegeleiding kan ook plaatsvinden met individuele leerlingen, groepen leerlingen en andere betrokkenen in en rondom het onderwijs) bij zijn verdere ontwikkeling. Dat betekent dat de beeldbegeleider afstemt, volgt én richting geeft aan het lesgeven. Een beeldbegeleider moet dus goed kijken, gericht luisteren, aanvoelen en richting durven geven door de juiste vragen te stellen. Vertrouwen in ontwikkeling is daarbij de basis.
De laatste jaren is er een flinke slag in de professionalisering van de beeldbegeleider gemaakt. Fred Korthagen, emeritus-hoogleraar onderwijskunde met als specialisatie opleiden, training en coaching, heeft hier een grote bijdrage aan gele-verd. Volgens Korthagen speelt reflectie op kwaliteit en eigen kracht een belangrijke rol in de ontwikkeling van leraren. Zijn aanpak voor diepgaand leren; het zogenoemde ‘krachtgericht coachen’, past naadloos in het werken met beeldopnamen
(Korthagen & Nuijten, 2015).
Droste-effect
Bij Korthagen gaat het om diepgaande reflectie. De grote meerwaarde van het werken met beeldmateriaal, is dat er meerdere niveaus zijn om op te reflecteren: het niveau van de leraar en leerlingen in de klas (de beelden), het niveau van de leraar die kijkt naar de beelden (herbeleving van de situatie) en het ‘hier en nu’ (de setting van de leraar en de beeldbegeleider). Door gericht in te zoomen op deze drie niveaus én
die met elkaar te verbinden, biedt de beeldbegeleider een basis tot diepgaand en duurzaam leren. We zouden dit ‘het Droste-effect in beeld’ kunnen noemen (zie figuur 1 op de pagina hiernaast).
Op al deze niveaus zijn elementen van krachtgericht coachen te verwerken in de beeldbegeleiding. Het gaat daarbij vooral om:
1. Krachtgericht werken in stappen | Hoe gebruik ik mijn kwaliteit? |
2. Ui-model in de beeldbegeleiding | Waar komt mijn gedrag vandaan? |
3. Reflectiemodel | Wat is het effect van mijn interactie? |
4. De lift | Hoe kom ik echt in beweging? |
5. Presence (hier en nu) | Hoe word ik pedagogisch sensitief? |
Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden illustreren wij wat deze aanpak kan betekenen voor de beeldbegeleider.
Figuur 1: Schematische invulling van het Droste-effect (Bouwhuis, M.)
Beeldbegeleiding start met het bewustmaken van waar je staat als leraar of leerling (wat is je beginsituatie?) en van jouw kwaliteiten die je kunt gebruiken om je verder te ontwikkelen. Door goed te kijken en te luisteren, herkent de beeldbegeleider deze kwaliteiten en benoemt hij ze expliciet.
Ui-model: waar komt mijn gedrag vandaan?
Bij beeldbegeleiding líjkt het vooral om het gedrag van de leraar te gaan, maar gedrag is slechts een uiting van een aantal onderliggende lagen in de persoonlijkheid. Korthagen gebruikt hier het ui-model voor. Door dit ui-model steeds in het achterhoofd te hebben, kan de beeldbegeleider veel gerichter de leraar ondersteunen (Bouwhuis, 2016), zie figuur 2.
Figuur 2: Het ui-model van Korthagen (Korthagen & Nuijten, 2015).
Het ui-model helpt de beeldbegeleider om achter de achterlig-gende vraag van de leraar te komen en hem beter te kunnen begeleiden. Waarom zou je bijvoorbeeld gaan oefenen op vaardigheidsniveau (bijvoorbeeld: hoe krijg ik de groep aan het werk?), als er belemmerende overtuigingen een grotere rol spelen? Bij startende leraren gaat het bijvoorbeeld vaak om ‘Ik moet aardig gevonden worden’ en bij ‘overstappers’ (van bijvoorbeeld het reguliere basisonderwijs naar speciaal basisonderwijs) gaat het vaak om schaamte als het niet meteen lukt: ‘Ik heb veel ervaring. Dit moet ik toch kunnen?’ De beeldbegeleider werkt aan het terugkrijgen van zelfvertrouwen door met krachtige beelden de leraar te richten op zijn kernkwaliteiten.
Reflectie: wat is het effect van mijn interactie?
Door te kijken naar beelden wordt de leraar zich bewust van zijn gedrag en het effect van zijn gedrag op de leerlingen. Met het reflectiemodel van Korthagen wordt in de beelden niet alleen naar het gedrag van de leraar gekeken, maar ook ingegaan op de bron van het gedrag: wat de leraar op dat mo-ment denkt, voelt en wil. Daarnaast kan dezelfde manier van reflectie toegepast worden bij de leerling(en): Hoe reageren zij op het handelen van de leraar? Wat doet de leerling? Wat denkt, voelt en wil hij?
0. Wat is de context? | |
---|---|
1. Wat wilde ik? | 5. Wat wilde(n) de ander(en) in de situatie? |
2. Wat voelde ik? | 6. Wat voelde(n) de ander(en)? |
3. Wat dacht ik? | 7. Wat dacht(en) de ander(en)? |
4. Wat deed ik? | 8. Wat deed (deden) de ander(en)? |
Figuur 3: De negen vakjes bij het doorvragen (Korthagen & Nuijten, 2015).
De beeldbegeleider kan dezelfde beelden regelmatig laten bekijken en stilzetten. Je kunt als begeleider bewust kiezen of je doorvraagt op de rol van de leraar of die van de leerlingen, of juist op beide.
Ook hier is het weer interessant om gebruik te maken van het Droste-element. Via het terugkijken van de beelden, kan de leraar weer terughalen wat hij toen in de klas dacht, voelde en wilde. Komt dat overeen met wat hij tijdens het terugkijken denkt, voelt en wil? En hoe zit het met de derde dimensie: wat denkt, voelt en wil hij tijdens het gesprek met de beeldbe-geleider?
De lift: hoe kom ik echt in beweging?
Wij beeldbegeleiders gebruiken het motto: ‘Beeldbegeleiding zet in beweging! Je kunt je pas ontwikkelen als je je bewust bent van wie je bent als leraar.’ Hiervoor gebruik je bij het bespreken van de beelden het reflectiemodel. Dat betekent nog niet altijd dat leraren na het zien van de beelden zichzelf direct verder gaan ontwikkelen. Als beeldbegeleider kun je leraren daarbij ondersteunen door de ‘lift’ te gebruiken: tussen de etages denken, voelen en willen. Dit doe je als begeleider al als je het reflectiemodel gebruikt. Door bewust de lift in beweging te zetten, zet je de leraar in beweging. Maar ook als beeldbegeleider kun je zelf stilstaan bij waar jij je in de lift bevindt en wie de lift bestuurt.
Presence: hoe stem ik nog beter af?
Bij het analyseren van beeldmateriaal worden gedragspatronen zichtbaar. Dezelfde patronen zijn vaak terug te zien in de begeleiding. De leraar neemt immers zichzelf mee tijdens de begeleiding. Zo kun je als begeleider benoemen wat je ziet gebeuren bij de leraar die naast je zit. Dit betekent dat een beeldbegeleider veel verschillende ingangen heeft om met de leraar in het gesprek te gaan. Hij kan bewegen van de beelden naar het ‘hier en nu’ in de coaching: het zogenoemde 3D-le-ren! Je gebruikt als coach het Droste-effect. Contact maken en goed kijken en luisteren is daarbij de basis. Voor een begeleider vergt het soms moed om het ‘hier en nu’ te gebruiken in relatie tot wat in de beelden te zien is.
Tot slot
In dit artikel hebben we met enkele voorbeelden een inkijkje gegeven in hoe een beeldbegeleider de aanpak van het kracht-gericht coachen kan integreren in de begeleiding van leraren en leerlingen. Om zelf als beeldbegeleider in beweging te blijven, is het interessant om ook jezelf eens in beeld te brengen en krachtgericht naar jezelf als beeldbegeleider te kijken: de beeldbegeleider in beeld!
Literatuur:
- Bouwhuis, M. (2016). De leraar in beeld. Handboek voor beeldbegeleiding in het onderwijs. Huizen: Pica
- Korthagen, F. en Nuijten, E. (2015). Krachtgericht coachen.
Een aanpak voor diepgaand leren en effectief functioneren.
Amsterdam: Boom Lemma.
Beeldcoaching
Ben je begeleider in het onderwijs en wil je leraren leren begeleiden met beeldmateriaal, dan is de training Beeldcoaching: feedback in beeld, vast iets voor jou.
De training Beeldcoaching is een zeer effectieve én inspirerende training voor begeleiders die willen leren werken met opnames in het onderwijs.
Na deze kennismakingstraining kun je beeldmateriaal op een krachtige manier inzetten bij de coaching van leraren. Je kunt ontwikkelingsgericht werken met beeld en verdiepende begeleidingsgesprekken voeren.
Het is mogelijk om deze training met een groep collega’s op je eigen locatie volgen.